Rembrandt Harmensz VAN RIJN (1606-1669)
Rembrandt wordt op 15 juli 1606 geboren in een kroostrijk gezin. Rembrandt, zoon van een molenaar, is eerst leerling op de Latijnse school van Leiden. In 1620 wordt hij zelfs ingeschreven aan de universiteit van de stad maar hij volgt er geen enkel college.
In de jaren 1621-1624 is hij vervolgens leerling in het atelier van de schilder van historische taferelen Jacob Isaacsz. van Swanenburg. In 1625 vertrekt hij uiteindelijk naar Amsterdam waar hij Pieter Lastman leert kennen, een kennismaking die bepalend zal zijn. Hij is zes maanden bij Lastman in de leer en de invloed van deze leermeester is doorslaggevend.
Van 1625-1633 is Rembrandt echter terug in Leiden waar hij weer bij zijn ouders gaat wonen. Hij waagt zich aan de techniek van het etsen en dat wordt één van zijn meest erkende specialiteiten, en wel in die mate dat hij soms wordt beschouwd als één van de beste etsers van alle tijden. Vanaf 1631 gaat hij regelmatig naar Amsterdam om in het atelier van Hendrick van Uylenburgh te werken.
Un peintre établi
In 1633 besluit hij zich definitief in Amsterdam te vestigen. Hij krijgt er zijn eerste opdrachten en maakt er ook zijn eerste portretten. Prins Frederik Hendrik is één van zijn belangrijkste opdrachtgevers.
In de loop van zijn carrière ondervindt Rembrandt financiële problemen die in 1656 tot zijn faillissement leiden. In 1662 krijgt hij nogmaals een opdracht voor het stadhuis vanAmsterdam, maar het werk bevalt niet. Dat is het einde van zijn overheidsopdrachten.
2. R. van Rijn, The sampling officials of the Amsterdam drapers’ guild, known as ‘The syndics’, 1662 (Amsterdam, Rijksmuseum).
Een palet aan stijlen
Rembrandt wordt gezien als één van de grootste kunstenaars van zijn generatie, die diverse technieken beheerste en uiteenlopende thema’s beoefende. Hij is beroemd om zijn schilderijen, maar is ook een groot tekenaar.
Zijn stijl evolueert gedurende zijn gehele carrière van 40 jaar. Hij tekent vaak rechtstreeks op doek of paneel. Er zijn dus maar weinig voorbereidende studietekeningen. Sommige tekeningen waren gewoon oefeningen, andere, meer afgewerkte tekeningen, waren bestemd voor de verkoop, en weer andere dienden als voorbeelden voor zijn leerlingen.
2. R. van Rijn, The meeting of Christ with Martha and Mary after the death of Lazarus, c. 1662–65 (Cleveland, The Cleveland Museum of Art).
Tegen 1633 is zijn tekenstijl vrij en ruim. In deze periode behandelt hij vooral religieuze thema’s. Maar vanaf 1635 wijdt hij zich steeds meer aan tekeningen van vrouwen en kinderen. Zo kan hij studies maken met echte modellen, en deze studies zijn nauwkeuriger en levendiger dan de bijbelse taferelen die hij vaak uitsluitend aan zijn verbeelding ontleende. Sommige van zijn tekeningen zijn met een penseel afgewerkt om schaduwen weer te geven en volume te geven.
2. R. Van Rijn, The mill, 1645/1648 (Washington, National Gallery of Art).
Vanaf de jaren 40 keert hij terug naar zijn eerste thema’s, landschappen en bijbelse taferelen, vaak in de vorm van tekeningen in zwart krijt in een directe en eenvoudige stijl, ook al kan hij nog steeds pen en inkt of het penseel hanteren.
Hij sterft in 1669 en wordt begraven in een gehuurd graf in de Westerkerk in Amsterdam dat tot op heden onvindbaar is gebleven.
Bibliografie
DUDOK, H. S. A. C. – GROLLEMUND, H. – SCHATBORN, P. – TUYLL, S. C. (ed.)
- 2006, Rembrandt dessinateur (Chefs-d’oeuvre des collections en France), Paris.
HAAK, B.
- 1975, Rembrandt : dessins, Paris.
S.A.
- 2000, Rembrandt : gravures et dessins : de la Collection Edmond de Rothschild et du Cabinet des Dessins, Paris.
Deze kunstenaar wordt getoond in het kader van onze tentoonstelling « Een wandeling langs schilderijen van Dürer tot Tiepolo ». Meer informatie hier.