Jan Albertsz ROOTIUS (1615/24-1666)
De eerste sporen van de Nederlandse portretschilder Jan Albertsz Rootius voeren terug naar zijn doop, die plaatsvond op 20 oktober 1624 in Medemblik, stad in het noord-westen van Nederland. Zijn vader was in Medemblik havenmeester, in de stad waar veel van zijn voorvaderen zeelui waren.
Maar in 1643 verlaat Jan Albertsz. Rootius de stad van zijn familie en gaat hij wonen in Hoorn, stadje in het noorden van Noord-Holland waar hij overigens sergeant wordt van de schutterij van de stad. Hij sterft in 1666 en wordt begraven in de Grote Kerk van Hoorn.
Rootius, meester-portretschilder
Het eerste bekende werk van Rootius is een stilleven dat hij in 1644 heeft gemaakt. Hij wordt beïnvloed door de Haarlemse schilders Pieter Claesz en Willem Claesz Heda en de Nederlandse schilder begint zijn carrière dus met het schilderen van stillevens. Hij verlaat dit genre nooit echt en wijdt zich er af en toe aan tot in de jaren 60.
Vanaf 1645 wordt Rootius echter vooral beroemd door zijn portretten en zijn groepsschilderijen van voornamelijk leden van de gegoede burgerij van Hoorn. Tussen 1649 en 1655 voert hij ook een belangrijke opdracht uit van de schutterij. Na deze serie groepsportretten wijdt Rootius zich vooral aan het maken van individuele portretten die technisch en artistiek van veel betere kwaliteit zijn dan zijn eerste producties.
Gespreid over twee decennia schildert de kunstenaar zo’n honderdtal werken, waaronder met name acht groepsportretten (waarvan twee van de familie) en meerdere tientallen individuele portretten (waarvan 15 van kinderen).
2. J. A. Rootius, Portret van Jan Cornelisz Meppel (1609-69),1661 (Amsterdam, Rijksmuseum).
Onduidelijke invloeden
Sommige auteurs hebben lange tijd verondersteld dat Pieter Lastman de leermeester was van Rootius. Dat lijkt nu weinig waarschijnlijk want dan zou de kunstenaar negen jaar zijn geweest toen zijn leermeester stierf. Rootius lijkt eerder te zijn opgeleid toen hij in Hoorn aankwam, wanneer we afgaan op de niet te ontkennen invloeden van de portretschilders Bartholomeus van der Helst en Nicolas Eliasz Pickenoy. Deze invloeden zijn echter pas zichtbaar in de tweede fase van zijn werk, vanaf 1652, en niet in zijn eerste werken die nog behoolijk naïef zijn en uitsluitend stillevens zijn.
Bibliografie
BROZIUS, J. – BLANCS, E. – ALBERTSZ, J.
- 2016, Jan Albertsz Rotius : meesterschilder van Hoorn, Hoorn.
RENCKENS, B.J.A.
- 1948-1949, « De Hoornse portretschilder Jan Albertsz. Rotius », in Nederlandsch Kunsthistorisch Jaarboek 2 : 167-232.
VELDMAN, I.M.
- 2018, « Rootius », in Meissner G. (dir.), Allgemeines Künstlerlexikon : die Bildenden Künstler aller Zeiten und Völker 19, München : 372.
Deze kunstenaar wordt getoond in het kader van onze tentoonstelling « Een wandeling langs schilderijen van Dürer tot Tiepolo ». Meer informatie hier.